Door harde woorden raakt hij versteend
bouwt een muurtje om zich heen
Zo worden pijn en wonde vereend
uit elkaar genomen een futiliteit
gezien het korte leven en de eeuwigheid
In de stilte vindt hij zichzelf uit
de regen tikt, verschijnt op de ruit
ergens moet de zon toch zijn
achter een hoog gesloten gordijn
dat zich als een koepel onthuld
In de trein lost een man een raadsel op
loopt een blonde vrouw in bruine knielaarzen
opgelucht terug naar haar warme plek
want het leven gaat maar door
zoals van Amsterdam naar Gent het spoor