een vrouw wacht op de intercity
rillend in een zomerjurk, bang
in ’t gedrang de beelden te verliezen
uit haar hoofd en wat blijft dan
van haar, anders dan ‘t snelle ademen
de eerste stap zoekt tastend
een sport in zware dames-
geur en mannenstank
neergeslagen door nevelklauw
op dit perron
glad door de vele handen
en gedachtetrechters
verliest zij kort houvast
in ’t natte van de zomerregen
voor dat zij ’t innere bereikt
en zij de stroompjes volgt
op ’t glas van ‘t raam
bedachtig de fragiele vormen
nalopend voor zij verzinkt
om sporen uit zichzelf te trekken
nog heeft de vrouw haar vingertopje
aan spiegels van verbondenheid
in deze morgen
die met een mens begon
sunset 28-07-2016