Ik wist niet dat de bramen rijp waren
toen ik met jou aan de oever
van de beek nog stekelbaarsjes
schepte. Maar nu, na al die jaren
zie ik weer die bramen langs de
oever van de beek. Ik lust die
bramen wel. Zelfs rauw en
ongewassen. Ik wil nu
dronken zijn van bramen, rijp en zoet
en dronken zijn van jou. Ik weet nu
zeker dat de bramen rijp zijn. Maar
jij bent niet meer aan de oever
van de beek. En stekelbaarsjes
schep ik allang niet meer.