Leven, geven, streven
rillen, trillen, beven
wikken, wegen, passen, meten
dolen, dwalen, klimmen, dalen
zwellen, krimpen, duiken, zwemmen
springen op de golven met een kraag van schuim
lichten, luchten, vloeken, zuchten
zingen, dansen, flirten, jagen
versnellen, vertragen..
raadsels, regels, heksenketels
stilstand, verslaving, herhaling
bode van een nieuwe dwaling?
geen rook, geen rook.. en toch een pluim
dromen, schuiven, schaven, holen graven
zoeken, wroeten, duimen draaien
zaaien, oogsten, wassen draaien
zweven, zwaaien, pierewaaien
vlucht van vogel, sprong van vis
veilige haven, echo van mist
buigen, bukken, bloemen plukken
ruiken, proeven, stoeien, voelen
fliepen, fleppen, knallen, kleppen
hollen, tollen, razen, niet klagen
ploegen, zwoegen, zweet en tranen
lonken laven, talmen, tanen
stijgende diepte, klimmende dalen
vooruit, achteruit.. de toekomst tegemoet
opspringen, neerveren
uitspreiden, wegglijden
zoeken, roepen, bidden, vloeken
groeien, krimpen, zuchten, vluchten
gaten dichten, nieuwe gezichten
zwarte winden, blauwe luchten
wenden, keren, opnieuw proberen
vliegen, vallen, opstaan
doorgaan, verder gaan
en NOOIT MEER STILSTAAN.