In de tuin een zonnestraal,
maar in mijn hart blijft het kaal.
De vogeltjes zingen,
maar het kan niet tot me doordringen.
Mensen lachen en schreeuwen,
en ik kan het wel uitschreeuwen.
Mijn moeder loopt zingend door het huis,
en ik voel me vreemd dit is niet mijn thuis.
Ik steek maar weer een sigaret op,
en grijp naar mijn koffiekop.
Het vloeistof stroomt door mijn keel,
ik glimlach maar het is toneel.
De zon prikt op mijn huid,
ik merk het niet dus de zon gaan vrijuit.
Ik neem maar weer een trekje van mijn sigaret,
en ik hoor de kinderen buiten ze hebben pret.
Mijn gedachten gaan op de vrije loop,
ik denk aan mijn leven het is 1 grote puinhoop.
Ik droom over hem van wie ik zoveel hou,
ik denk aan zijn woorden woorden van trouw.
Denkend aan mensen die mij pijn doen,
die zich tegen anderen zo aardig voordoen.
Ik denk aan mijn veranderingen,
ik denk aan mijn wonden die weer open springen.
Ik denk aan de toekomst,
en aan onze samenkomst.
Dat jij mij in je armen sluit,
en dat je tegen me zegt; gooi het er maar uit.