Niets dwingt ons om verder in afscheid te leven
als je straks weer struikelt over de aanwezige woorden.
Je veegt de twijfels uit het leed dat hier nu ronddwaalt.
Binnen is het kil en geurt het naar verval,
maar de dood wordt niet als een gedicht geschreven.
We vouwen onze handen in het licht van de vergeten tijd,
de kaarsen branden schaduwen in onze gedachten.
Ik weiger om in het eeuwige van morgen te verblijven
wanneer later de vespers worden gebeden
en wij achterblijven met enkel nog de vergankelijke zekerheid.
De zon weerspiegelt treurige figuren door het glasraam,
hoor de mensen snikken in hun drang naar verlossing
en bid dat jij in vrede veilig je bestemming mag bereiken.
Met de hemel op mijn schoot is de stilte oorverdovend,
enkel de pastoor en zijn wierookvat heiligen nu jouw naam.
Ik heb nooit durven denken dat jij voorgoed weg zou gaan...
esteban 19/12/2018