Het was vast de wind
Het glas brak mijn concentratie
Terwijl een stem zich verhief
Viel jij ook, maar dan uit de gratie
Bij wie lag het initiatief
Het geluid vervaagd
Terwijl mijn oren zich spitsen
Voel ik een gevoel dat niet behaagd
Terwijl angstige ideeën door mijn hoofd flitsen
Dus sta ik op en loop naar de deur
Onderweg naar de bron
Ik bel aan en je doet open met een kleur
Niet zeker van mijn zaak of dit is waar het geluid begon
Gaat alles goed
Ik hoorde geschreeuw en glas breken
Ik zie een gezwollen oog en een stroompje bloed
Als je wilt, kun je het met mij bespreken
Je glimlacht en kijkt nerveus
Ik weet niet wat je hoorde
Maar hier was het niet, heus
Het was vast de wind was wat ze antwoordde
Je wilt er niet over praten
Maar ik woon hier maar twee appartementen vandaan
Misschien kun je de wind achter je laten
En kun je daar beter in de windstilte staan
Dat is lief van jou
Maar er is niets te vrezen
En als dat zo zijn zou
Weet ik nu waar ik uit de wind moet wezen
Ze lacht nu oprecht
Je bent de eerste in twee jaar
Die iets van die klote wind zegt
Ze stapt vooruit knuffelt mij en trilt voelbaar
Waar is de wind nu gebleven
Vraag ik terwijl ik de kamer inkijk
Hij is er nog ik heb er maar mee leren leven
Misschien heeft de wind gelijk
Misschien doe ik alles fout
Misschien verdien ik het als het waait
Want soms is de soep te zout
Dan heb ik een storm met de wind gezaaid
Ik huiver bij haar verhaal
Kijk haar aan en zie de kloof
Ik zeg het je nog eenmaal
Je kunt bij mij terecht dat is wat ik jou beloof
Daar ben je veilig en beschermd
Geen gebroken glazen
Daar wordt er over jou ontfermd
En zal die wind niet langer razen
Een frêle lach ontstaat uit jouw ogen
Hij kan veranderen voor mij
Maar je weet, dat is gelogen
Je zegt dankjewel, sluit de deur, het gesprek is voorbij
Nu luister ik elke avond
En hoop ik niets te horen
Ik vraag me af naar de zoute soep en zijn korte lont
En of zij terugvecht of al heeft verloren
Dus als jij ooit de wind hoort stormen
Bij de mensen om jou heen
Denk dan niet alleen aan goed buurschap en normen
Maar juist aan hem of haar in de storm, helemaal alleen.