Duisternis aan het begin van de dag
kippen van de leg, gekheid op een stok
het wasgoed hangt lusteloos aan de lijn
een spin klimt langs een dunne draad omhoog.
Het orgel gorgelt in het sprookjesbos
in de avondstond dwalen spoken rond
de zee kust het land en brengt schelpen mee
tussen de regenbuien schijnt de zon.
Verlaten straten, de kroegen staan droog
de winkels zijn gesloten, de stad spookt
en de tijd vliegt maar de dagen gaan traag
schaduwen vallen over het voorjaar.
De kamer laat alle hoeken zien
woorden vallen geluidloos op de grond
er hangt een spooksel over de wereld
trage lichtpuntjes aan de horizon.
*Elke regel in dit gedicht
bestaat uit 10 lettergrepen.