Opa,het gaat met jou niet al te best,
u kunt bijna niks meer alleen.
Dan heb ik het nog niet over de rest
wat u doet.
Uw longen worden zo zwart als roet.
Opa,ik heb het gevoel dat je me in de steek gaat laten,
maar we waren altijd zulke goede maten.
Ik ken u al vanaf mijn geboorte,
en misschien staat u dadelijk voor de hemelpoorten.
Opa,ik ben nu wel wat negatief,
maar ik wil u niet kwijt.
U bent altijd zo lief,
maar ik wil ook niet dat u lijd.
Opa,ik kan en wil u niet tegenhouden,
U weet wel dat wij u missen zouden.
Dus tanden bijten en doorzetten maar,
en gelukkig bent u nog steeds daar.