De zon ging onder
elke morgen vrij en vrolijk
alles maakt mij olijk
gezwind stap ik uit bed
ik ruik dat iemand koffie heeft gezet
op blote voeten naar de badkamer
zachtjes zonder zwaar gehamer
net voor ik binnen ga
voorbij gestoken door een “vra”
de mijne, merk ik even later
de deur bijna tegen mijnen “tater”
hier sta ik, mijn voeten als ijs
het brengt mij van de wijs
deur open bijna op mijnen “toeter”
ik wil binnen, van op de trap ne “roeper”
niets vervuilen of zelf kuisen
voel het in mijn oren ruisen
binnen is alles geruimd en net
handdoek en zeep in de kast gezet
ik kijk rond en zoek ze op
ik stoot zwaar mijne kop
nu ben ik helemaal wakker
en begin een klagend gesakker
de morgen die zo mooi begonnen was
had ineens geen strikje of das
ela