Tranen doorbreken de door mijzelf opgebouwde muur,
één voor één raken ze steen voor steen,
Tijdens hun geboorte in de spiegel van de mensenziel
verslinden ze al rollend naar beneden met al hun zout, stenen van eeuwenoud.
De vesting rondom mijn zo goed beschermde hart opengebroken,
wreed gestoord in haar veilige vertrouwde bestaan
Daar lag ze dan, onbechermd zonder de veiligheid van een steen , kwetsbaar en puur
Niet beseffend wat ze door haar verlies heeft gewonnen,
Zichzelf.