Dement
Ooit had je frisse heldere ogen
nu staar je doelloos door het raam
en vraagt me telkens weer
wie ben je toch, meneer?
Je kent niet eens mijn naam.
Ooit gaf je zinvol goede raad
nu zijn je woorden leeg een loos
je ziet me als een kind
dat je nog steeds bemint
en nooit of nimmer ben je boos.
Je zit gevangen achter tralies
de echo's galmen door je hoofd
het schemerdonkert in de mist
ik wou dat je het wist
ik hield en hou van jou... beloofd!
Ludo Coulier