er is geen jijalleen een blikkerige fiets met wat roest aan de trappersstuurloos op de kade, misschien de gracht in gegooidmisschien geannexeerd door de politie met zo’n felgekleurd stickertjeen ook ik, tegen elk aannemelijk bod af te halendraai me nog een keer rond in de klank van jouw naamdood/kapot/vergaan/weg/overleden/aangeredenhet past je allemaal nieten ook niet meerje verfrommelde broeken in alle hoeken van de kamerde ezelsoren van je boeken, schoenen hier en daaren het onbeslapen beddat al helemaal niet