sterrenhemel door de glazen sterrenhemel heen werd zijn blik getrokken naar het diepe van de zee aan woorden die gedrukt en wel stonden te verstoffen in zijn ooit eindigend verleden geen mens wist er van dan alleen de vissers die lusteloos op het potdeksel leunden van hun roestig schip dat duizend herinneringen in zich had tot vermaak van diep doordachte dromen bij het ontwaken galmden de wolken in alle stilte dat de dag een vol beschreven boek zoui worden met oude woorden die alleen de vissers nog begrepen en in zich lieten zinken waar de jutter nog profijt van trekken kon en later tot zijn vrienden zeggen zou: "neem mij niet kwalijk voor de mist"