Helder druisen nachten doorwrocht onbewust vluchtig in talrijke verblijven gelaten gemoed zocht, stemmen geleiden woorden die zich niet laten schrijven geesten uit het verleden zijn ontmoet bevlogen dagen, stralend ontvangen natuur ontspringt, in lokkende zon sprenkelt goudenregen haar zoete tonen madelieven hebben het groene getooid de prunus wuift diepzinnelijk rood nabij ooit laat verlangen bloesem dragen nodigt bekoorlijke prunus de sublieme droom erin op te gaan en los te laten eenzaamheid staat niet afgescheiden beschouwend langs lot en zijlijn zal seizoensgedurige distinctie enkel en alleen van de natuur zijn