Je bent vandaag weer huilend thuisgekomen,
Woedetranen, lang en moedig opgekropt,
zag ik met lede ogen langs je wangen stromen.
Op school had iemand weer je boekentas verstopt.
Ik tracht je wonden liefdevol te stelpen,
“Jij bent zoveel beter”, heb ik jou op ’t hart gedrukt,
Maar ik weet dat mijn ted're woorden
je pijn maar heel even verhelpen.
Morgen ga je immers vast weer onder ’t zelfde leed gebukt.