Ik zie iets in je ogen,
een bekende blik,
soms vol mededogen,
en zonder schrik.
Toch ken ik je niet,
weet niet wie je bent,
maar het lijkt dat wat jij ziet,
iets is wat je herkent.
Jou woede leeft in mij,
de generatie gaat door,
ik voel me weeral vrij,
jij fluistert me iets vreselijks voor.
In de spiegel kijk ik,
en voel een steek,
ik kijk zonder schrik,
als ik het spiegelbeeld breek.
Ik wil jou niet meer zijn,
het voelt zo slecht,
ik doe mensen pijn,
net zoals jij, levensecht!