en ik weet nog wel dat ik ooit wenste dat de tijd geen grenzen had eeuwig zomer (ik was een dromer) geen vallend blad om de haverklap dat langzaam rotte in de goot, terwijl ik om de tuin werd heengeleid, want het gaat hier nooit over (rode) rozen en de bloemen buiten zijn al dood maar ik heb voor dit lijden niet gekozen wist altijd dat ik strijdloos was dus door de bomen, door het bos loop ik nu op mijn laatste gras