Eigenlijk viel het me gisteren pas op,
bij het openen van een raam,
terloops, ofschoon ik stilstond.
Mist kun je ruiken, alsof de
druppeltjes iets meedragen.
Ze hangen besluiteloos rond
in een doorleefde nevel van
verzwaarde hemel en
gecondenseerde klei.
Zo ruikt een grijze waas van
koude huid en klamme steen,
van onzichtbare koeien in de wei.
Een afdronk van gebluste turf,
een hint van verbrand hout
of bruinkool uit vervlogen dagen.
De overwonnen zwaartekracht
kun je ruiken, zodra de bomen
tot donkere schimmen vervagen.