Daar even voor het raam verzonken groen gras vogels struikgewas beschut kijken naar de blauwe lucht en gedachten die uitreiken al is het maar naar iets wat ook daar buiten is rijdt mijn moeder voorbij op de fiets fladderende jas als een meisje zo blij straalt ze als ze mijn blik vangt als een wonder dat toevalt aan mijn huis voorbij gegaan waar ik stond te mijmeren over het grotere bestaan. Haar lach, gelukkig kent ze mijn gedachten niet moeders hebben hun eigen verdriet ongedeeld weet ik fractie van een moment dat de aard van alles is gekend. Wonder als grond onder de voeten het hemelhoog of wat in een hoofd op muren geschreven is stil staan en beweging ontmoeten waarin ik alleen mezelf ben haar juist in dit gevoel soms mis en liefde laat alles ontsluiten.