Wachtend verwachten Het licht schuimende water van de waterval stroomde zachtjes verder langs berg en dal kritalhelder badend in zonnestralen waar ze zich hurkend door de stroom liet laven streek ze met natte hand door gekrulde haren om koelte te bewaren nooit had ze zich zo gevoeld nooit had ze zich zo graag afgekoeld haar roze bril was wazig door het nat terwijl ze daar zo gelukkig mijmerend zat schaapjes kwamen voorbij de jonge sterke herden en hond waren er bij ze wou het zo graag vertellen maar paste op haar tellen hoe zou hij hierop gaan reageren op dat kleine herderke na die keer tussen donsveren in het hutje bij de Edelweis waar ze vertoefden in het paradijs ze lonkte hem zacht toen hij het schaapje droeg met al zijn kracht ze vertelde wat er was hij zette het schaapje op het gras terwijl hij in de zevende hemel was ze bleven nog lang zitten aan de brede beek en zag in zijn ogen toen ze keek een herderke in ’t voorjaarssgras lopen terwijl hij fris rivierwater in zijn keel liet lopen in schoonheid gingen ze hand in hand heen met tranen in de ogen zonder geween naar dat hutje bij de Edelweis met toekomstig gelach en zacht gekrijs