voor de geest drift huiverend in een lied
is er toch weer de gummiknuppel
voor de wegen waarop een melodie rondgaatter dat het zaad
zijn er toch weer rookbommen
Voor hen die dagelijks zweet drogen met de
avondkoelte
is er toch weer geen tijd om op adem te komen
Voor het water dat het zaad laat opleven
is er toch weer vergif
voor hen die het water bewaken is er toch weer hechtenis
Voor de boom is er een bijl
voor de lucht waarin de boom omhooggaat
is er toch weer zwavelrook uit schoorstenen
Voor de taal is er een verbod
voor de spreker zijn er toch weer vier muren
toch weer ver weg van elk geluid
afgesloten voor elke mening
En zelfs een moment is het niet stil, mijn liefste
zoals elke mei is er toch weer
de trilling van het licht op de velden
Toch weer uit duizende monden
toch weer met een zuiver hart
toch weer een liefdevolle ontmoeting
naar de hoogste top brengen