Vanacht heb ik mezelf ik slaap moeten huilen.
Ik heb nooit geweten dat er zo'n gemene kant in jou kon schuilen.
Hoe jij nu bent ken ik je niet.
Begrijp dat dan ik heb verdriet.
Verdriet om ons,verdriet om jou.
Verdriet omdat jij deze vriendschap niet meer wou.
Maar toch blijf ik vol houden.
Ik wil die tijd terug dat we elkaar konden vertrouwen.
Die tijd dat we elkaar niet vuil aan keken.
De tijd dat we lachend in het gras legen.
Jij bent nu zo haat vol en gemeen.
Ik heb nu verdriet en voel me zo alleen.
Kom terug ik smeek et jou.
Je moet weten dat ik misschien iets meer dan vriednschap van je hou.
Dus moet ik je dan maar gewoon uit mijn leven zien gaan?
Nee, daar ben ik niet sterk genoeg voor dat kan ik niet aan.
Elke dag zal ik aan je denken.
Ookal kun je me niet eens meer een lach schenken.
Tranen beginnen weer te stromen.
Mijn emoties beginnen nu hoog op te lopen.
Tegen houden kan ik ze niet.
Want nu heb ik zoveel verdriet.