MIJN MAAGD
Ze leek zo maar,
uit het niets te komen
Zij was veertien,
een Fee, een Maagd.
Ik slechts tien,
ik dacht te dromen,
nooit eerder was een Fee,
zo dicht bij mij gekomen.
Haar zachte lippen,
raakten speels,
spontaan en zacht,
heel even,
mijn verlegen wang.
Ze nam mijn hand,
besteeg mijn paard,
en zweefden toen samen,
als een witte zwaan,
door mijn breekbaar,
magisch niemandsland.
Ze bespeelde zachtjes,
met haar bruine ogen,
de fluwelen snaren,
van mijn kinderziel,
tot ik van haar hield,
tot alleen nog zij bestond.
Zij had me uitverkoren,
ik was slechts voor haar geboren.
Ik werd haar ridder
haar kuise aanbidder.
Ik vocht voor haar
met het Balmung zwaard,
zelfs tegen Fafner
haar onbewuste draak.
Ik was haar Siegfried
Lancelot en Abélard
Haar Tristan en Dante
Haar Siegmund
en nog veel meer.
Heel dicht bijeen gezeten
in het zachte groene mos,
van mijn rozig Elfenbos,
prikte ze met een rozendoorn
glimlachend, teder
in haar, mijn vinger van de trouw,
en zei er zachtjes bij,
ik hou van jou.
Twee druppels bloed
vermengden zich,
twee verwante zielen
werden bloedverwant,
dit zorgde levenslang,
voor een niet uit te wissen,
sacrale eenheidsband.
Ze wijdde me er stilletjes in,
in al haar geheimen
in al haar smarten
in al haar dromen,
Ze wist hoe ze mijn hart
kon raken en bekoren.
Ze toonde me haar ziel,
haar strelende vormen,
haar vurige geest.
Het was één groot feest.
Ze schonk me voor eeuwig
langzaam, lang en teder,
ook die eerste, onvergetelijke zoen,
waarbij mijn wereld
stil bleef staan,
adembenemend,
waarbij mijn hart
op hol ging slaan
liefde wevend.
Wij gingen ons leven,
en onze kinderdromen
elk afzonderlijk beleven.
Het ritueel tornooi,
Het Fee en Elfgetover,
was voorbij, was over.
Ze verdween uit het zicht,
Ik zag haar nooit meer weer,
Samen, bestonden wij niet meer,
elk deed apart, alleen
zijn eigen Levensplicht.
Maar ik bleef en blijf
steeds haar trouwe ridder
haar stille aanbidder.
Een leven lang,
misschien te lang.
Zij bleef mijn Brünhilde,
Geneviéve en Héloise,
Mijn Isolde en Béatrice
En nog zo veel meer.
Ik mis haar Heer.