De rood-oranje,
gloeiende bol,
Zakt steeds
verder,
aan
de horizon,
Onder haar,
een fluwelen
bloemenveld,
Verlicht,
met haar
laatste stralende glimlach,
Daar gaat
zij ten
onder,
Bloemen sluiten
hun jasjes,
klappen
dicht,
Wachtend,
op de volgende
morgen,
Waar zij
ontwaken,
In het
schitterend
ochtend licht,
Als de rood-oranje,
gloeiende bol,
Trots,
van achter de
horizon te
voorschijn komt,
En de gehele aarde
ontfermt,
met haar verwarmende,
stralende,
blik