Soms krijg ik het gevoel
Dat het beter zou zijn
Als ik er niet was,
Nooit was geweest,
Of nooit zal zijn
Er zijn twee personen
Die me dit gevoel geven
Twee personen die ik verplicht
MIjn ouders 'mag' noemen
'k Vraag me vaak af
Wat het nut is
Van dat woord
Dat volgens mij inhoudt
Dat je je kind gelukkig
Wilt laten zijn
Een bepaalde vrijheid geeft
Omdat ze dat verdienen
Dan vraag ik me af
Of ik zo'n verkeerd beeld heb
Van wat een ouder is
Of wat ik verkeerd doe
Dat ik die vrijheid niet verdien
Dan weet ik niet meer
Waar ik sta
Wat het noorden is
Ik weet van mezelf
dat ik me niet goed kan uitdrukken
In een gesprek
Daardoor breng ik mensen
Op het verkeerde spoor
Niet omdat ik het wil
Maar omdat ooit iemand
Me uitlachte toen ik zei
Wat er in me omging
Dat iemand
Noemde mijn moeder
Mijn moeder
Waar ik ondanks alles
Nog van hou
Vraag me vaak af
Of het wel zin heeft
Iemand te beminnen
Die me ongelukkig maakt
Maar ze is toch m'n moeder
Heeft me op de wereld gezet
Een wereld die ik ondanks
Al het kwaad
Voor eeuwig bemin
Mijn vader is een ruwer type
Scheeuwt er maar op los
Zonder erover na te denken
Hoe gevoelig ik wel ben
Wanneer de tranen komen
Zie ik het onbegrip in z'n ogen
Ik zie z'n lippen zeggen
Dat ik een blijtsmoel ben
Misschien overdrijf ik wel
Daar ben ik toch goed in?
Zonder zijn lippen te zien bewegen
Begrijp ik wat hij zegt
't Zal wel liggen aan miscommunicatie
Verkeerde boodschap, zender
Of andere zever
Geen van beide
Van mijn eigen ouders
Beseft dat de tijd
Hen de strop ombindt
Ze zitten in hun hoofd
Met allerlei vragen
Het feit dat ik
Bijna volwassen ben
Toch volgens de normen
18 is volwassen
Wat voor vele mensen
Niet klopt
Ze beseffen niet
Dat als ik 'volwassen' ben
Ik mijn boel hier opdoek
En vertrek met de noorderzon
(Of hoe noemen ze dat?)
Ik weet
Dat mijn ouders niet weten
wat ik denk, voel en wil
Ze weten niet eens
dat ik hen in gedichten
Op internet bekritiseer
Ze weten zelfs niet
Dat ik gedichten schrijf
Gitaar wil leren spelen
En vier kindjes wil
Misschien interesseert het hen niet
Kan het hen niet schelen
Hoeveel kleinkinderen ze zullen hebben
Wie hun schoonzoon zal zijn
Bij het begin van dit (te) lange gedicht
Liepen de tranen over mijn wangen
Scheurde mijn hart
Bijna in twee
Maar nu weet ik wel beter
Dan mijn hoofd te laten hangen
In tijden die volgens veel 'volwassenen'
De mooiste van een mensenleven zijn
Maar wat als het leven stopt?