Mijn duiveltje klopt, hij wil eruit
hij breekt zich vrij
en spuwt het vuur zodat ik de warmte ervan voel
diep in mijn binnenste
binnenin zwemmen de visjes
en de watervallen ruisen jouw naam
en jij mijn zon
laat het water blinken
en de vruchten zien er des te glanzender uit
fonkelende diamantjes waarmee je naar ze kijkt
en daarna naar mij
door de tropische hitte smelt onze geest
alleen de diepe trommels blijven kloppen
het duiveltje grijnst
en trekt het roodpaarse doek
over het rokerige toneel
dan zie ik je in vuur opgaan
verdwenen