Je bent niet meer zeker,
niet meer zo zeker van je zelf.
Ooit was je vrolijk,
je voelde je goed,
en voelde de liefde.
De liefde voor jou.
Met vrienden omgeven,
een thuis,
waar het goed was.
Geen ruzie iedere dag.
Nu voel je je klein,
je voelt je onbenullig.
De zekerheid is vertrokken,
je zelfvertrouwen is weg.
Door ons,
de mensen om je heen.
Door ons,
voel jij je zo ontzettend alleen.
Je moet voor jezelf opkomen,
aan je zelfvertrouwen werken.
Je moet je rechten kennen,
je moet je stem uitbrengen.
Stort niet in een keer uit,
maar breng het een voor een.
Dan zullen we naar je luisteren,
keer op keer op keer.
Je moet weer zeker worden,
zeker van jezelf.