Geen huis om in te wonen,
Geen dak beschermt hem tegen regen,
Geen deken voor de kou
Dat is niet hoe het leven,
Er voor een 7-jarig jongetje uit zien moeten zou
Zijn moeder al op vroege leeftijd gestorven,
Bezweek na de bevalling van haar kind
Heeft nooit de kans gehad,
Haar baby-tje in de ogen te kijken
Moed in te spreken,
Te zeggen, dat wie sterk blijft altijd wint
Zijn vader liet hem in de steek,
Verspilde al het geld aan drank en hoeren
Liet zijn jonge zoontje alleen achter
Dumpte hem in een zwerversbuurt,
Waar de griezeligste personen naar hem loerden
Het jongetje heeft moeten leren,
Overleven zonder cent,
Voor zichzelf te zorgen
Zich telkens weer in leven proberen te houden
Ontwaken door het geroezemoes,
Van de drukte mensen op straat,
In een nieuwe vroege morgen
Hij zwerft over kille, eenzame straten
Graaiend in het afval
Op zoek naar resten eten,
Dat zijn maagje wat voldoening geven zal
Zijn lot niet in eigen handen,
En nooit te weten zullen komen,
Waarom juist hij,
In deze situatie moest belanden