Twee in één . Alles van geen, En Jij in het verschil.
Kijk naar de grond. Niks is gebleken zoal we fluisterde. En al onze woorden verborgen in één mond.
Als de lichten hier straks uitgaan. Als de deuren sluiten. Om dan met de volgende vlucht het uitgesproken woord terug te nemen.
Als ik alles heb gezegd . En de laatse ronde is geweest. Ben ik de laaste slok in het laaste glas,
De tegels geteld van tot hier tot de deur, De eindeloze lijn naar de horizon,
Vandaag op weg zijn , En morgen zien we wel. Recht lopend zonder te vallen.
Waar is naar dat kruispunt ? Het verkopen van mijn ziel aan de blinde van beneden
Alles uit me handen , Niks op mijn schouders. Nu ff niet , De laaster ronde is geweest.
Jij in eenvoud, zo zuiver in meer . Spelend in de schoonheid, vragend naar de kroon.
Als we dicht bij elkaar staan, en het fluisteren is gedoofd.
Dan veranderd dat alles in meervoud .
Alle keer dat ik wakker lag. Waneer ik de weg weer eens kwijt was.
De zoveelste kras.
Jij die gedachte vertaalden in krachtige wonden. Meer dan lief . Meer dan ...meer dan .....lief
De nacht als ik slaap . De dag die me mee sleurt.
Jij en niet meer dan,
Meer dan lief niet meer dan lief