Duisternis knaagt
Stromen van ideeën en zijsporen van het pad naar het licht.
Duisternis aan mijn zijde,
als een vriend van Verweg.
Laat ik mij beïnvloeden of bevredig ik mijn verlangens?
Mijn hart overkoepeld door de kwaadheid van het verleden.
Wat is het wat ik zoek?
Wat is het geen dat mijn ziel doet rusten.
Duisternis is een extensie van mijn verdorven karakter.
Licht is hetgeen wat mijn botten aan elkaar plakt.
Licht is het geen wat mij verlost van mijn fouten.
Waar is mijn liefde?
Waar is mijn geluk?
Alles wat ik had opgebouwd is stuk.
Weggevaagd door de wind.
De wind van verlangen is sterker als de kracht van discipline.
Wachtend op het moment dat jij tegen mij zegt:
Ik hou van jou en alles is o.k.
Maar tot die tijd drijf ik op de razernij van mijn zijn.
Uit balans maar op de grens, tegen het eind, de schaduw van het licht.
Verbrandt mij en laat mij voelen.
Veroordeel mij en ik vertrap je.
Boos op iets, weet niet waarop.
Zoek iets om kwaad op te worden,
maar dat iets is zo ontastbaar.
Sorry als dit mijn intensiteit doet vertekenen.
Ik ben niet datgene wat ik lijk.
Ik ben veel grootser als dit.
Apocalyptisch als de zondagmorgen verslint ik dimensies.
Onbereikbaar voor dat wat mij denkt.
Denk niet slecht over mij.
Ik ben maar een verloren ziel bloedend op de trap van de openbaring.
Hoor het knagende geluid.
Dit is het geluid van mijn vertrek.