Waarom?
Waarom probeer ik Gods plan te bevatten ?
Waarom laat ik het niet doen, door zijn hand ?
Ik weet dat mijn handen het zouden bekladden,
vertrappen, het zaadje dat God heeft geplant.
Waarom probeer ik nogsteeds zelf te leven ?
Waarom bepaal ik nog zelf mijn gedacht ?
Ik heb toch mijn leven aan God afgegeven,
en overgelaten aan zijn grote kracht.
Waarom probeer ik in handen te nemen ?
Waarom laat ik het niet over aan Hem ?
Ik faal toch altijd en ik eindig in wenen,
ik eindig in wenen om dat wat ik ben.
Waarom probeer ik het leven te houden ?
Waarom geef ik het niet weg aan de Heer ?
Ik moet toch mijn leven op deze rots bouwen,
maar op het zand bouw ik het leven steeds weer.
Waarom laat ik nu niet alles gebeuren ?
Waarom neem ‘k trug wat ik Hem zojuist gaf ?
Ik kan nu mijn fouten alleen nog betreuren,
en toch besef ik dat ik niet wordt gestraft.
Waarom geef ik niet mijn rechten uit handen ?
Waarom geeft Hij me mijn rechten steeds trug ?
Ik kan toch alleen in ellende belanden,
als ik net als Jona voor God’s plannen vlucht.
Waarom verlaat mij de hoop die me sterkte ?
Waarom geeft Hij me die hoop altijd weer ?
Ik kan echt niet vatten dat Hij door me werkte,
terwijl ik de Here verliet keer op keer.
Waarom laat Hij me altijd weer proberen ?
Waarom verpest ik het even daarna ?
Ik zal in het leven nooit meer gaan begeren,
dan dat ik begeer dat ik hiervandaan ga.
Waarom kan ik mijn verdiet niet bewaren ?
Waarom deelt Hij altijd mee in de pijn ?
Ik zal toch voor eeuwig zijn vrede ervaren,
teminste als ik steeds de kleinste kan zijn..
Waarom verdwijnen die goede gedachten ?
Waarom vergeet ik dat God bij me staat ?
Ik doe toch zoveel om zoveel te verwachten,
en toch ervaar ik dat mijn God met me gaat.
Waarom is Hij voor mijn fouten gestorven ?
Waarom houd Hij zo oneindig van mij ?
Ik heb toch door Hem eeuwig leven verworven,
en toch loop ik steeds aan zijn liefde voorbij.
Waarom verkies ik mezelf steeds te blijven ?
Waarom bemoei ik mij steeds met Zijn doel ?
Ik slaag er toch steeds in het kwaad te bedrijven,
en mis daarbij steeds weer Gods vredig gevoel.
Waarom doe ik wat ik zelf wil bereiken ?
Waarom wilt God toch zijn wil doen door mij ?
Ik wil God zijn plan absoluut niet ontwijken,
want wat Hij geplandt heeft gaat nimmer voorbij.
Waarom dan, leef ik geregeld tevreden ?
Waarom doet God toch zijn wil door me heen ?
Ik heb toch al dagen geregeld gebeden,
en toch tracht ik alles nog altijd alleen.
Waarom ervaar ik zo zelden problemen ?
Waarom besef ik nogsteeds dat ik leef ?
Juist omdat God van me steeds weer wil nemen,
datgene dat ik Hem in de handen geef.