Spijt ken ik niet, heb ik niet,
want al mijn herinneringen,
met de slechtste intensie's,
heb ik geselecteerd en verbrand,
en het as is opgegaan,
met een uitlating van opluchting,
die de sporen hebben uitgewist...
Gevochten en geestelijk gestorven,
voor voorbijgaande liefdes,
die ongewenst kwamen,
als de dag en nacht,
herhaling van herkenbare momenten,
met onduidelijke afwijzingen,
verlangen naar het komende...
Opgestaan en vastberaden,
de overwinning gekoesterd,
die reeds deel uitmaakte,
van een diepliggende wilskracht,
op weg naar uiteindelijke victorie,
om het geleden verleden,
voorgoed te deponeren in vergetelheid...