Haar hart is groot en wonderbaar
als caoutchoucbotten in de plas
haar smaak vrijwel ongenaakbaar
ze valt op kerels van't zweedse ras
ze is als een buitenboordmotore
die siddert in het gras
en wat je ook mocht horen
ze draagt een ribfluwele jas
Voor mij geen twee als zij
geen ander paar mouwen in mijn kast
niemand anders maakt me zo blij
geen andere vriendin die bij me past
µze is als een set pedalen
die smelten in je hand
Met Nóórse sandalen
val je bij d'r door de mand
ze is mijn navel, vingerkoot en wang
en boven alles mijn groot plezier,
ze tekent sinterkleusken op't behang.
Ik wil geen ander, geen ander in mijn nier.