Ik fiets door de kou
In de nacht
Onder de sterrenhemel
Durf ik te kijken naar de sterren die naar mij kijken?
Ik wil zien waar ze naar toe gaan
Terwijl ik degeen ben die beweegt
De wind waait door de bomen
Straks kom ik thuis
De kachel is nog niet aan
Maar ik kom zo thuis
Ik fiets recht op een auto af
Bots niet
Gelukkig ben ik niet stuurloos geworden door mijn gedachten
Maar denk wel na over een botsing
De zwart-wit beelden nog in mijn hoofd
Van de film
Gezien met blauwe ogen
Schuldig voelen omdat je meer had kunnen doen
Schuldig voelen omdat je niet beseft
Dat elk begin dat je maakt een begin is
Misschien niet door jou afgemaakt
Maar het begon wel bij jou
Ik fiets door de kou
Mijn vingers doen pijn
Ik heb geen handschoenen
Wil ze ook niet
Zie nu mijn huis
Gordijnen open
Lichten nog uit
Zet mijn fiets op slot
Door de pijn in mijn vingers
Open ik moeizaam de deur
Ik sta op springen
Om naar de w.c. te gaan
Hierna loop ik gelijk naar de kachel
Zet hem aan, helemaal voluit
En ik ga direct schrijven
Van mijn rit door de kou
In de maand December