TJA,
hoog aan de lucht die,
zwartgekleurd met een grijze wolk,
het decor vormt,
staat eenzaam de maan.
Stralend, die in de ochtend overgaat
en verder schijnt als de zon,
dan met licht omgeven,
zo voel ik geluk me omstaan.
Wetend dat het duister weer komt,
klamp ik vast aan de zon,
straal diep in de nacht,
gekleurd als ochtendgloed.
maar niet ik gaf het licht,
mijn handen gloeiden na,
brandende bol te hebben gehouden,
als dan het licht dooft,
dat is wat zeer doet.