een aarzelend zonnestraaltje
kietelt zachtjes mijn gezicht
vermoeid, nog half in dromenland
hou ik nog even mijn ogen dicht
het wordt alsmaar warmer
de zon schijnt uit alle macht
sluimerend draai ik me nog eens om
ach, was het nog maar nacht...
een genadeloos zoemende wekker
maakt met mijn dromen korte metten
zachtjes vloekend open ik mijn ogen
wéér vergeten dat ding af te zetten...
wakker nu, starend door het raam
zie ik de wereld voor me open gaan
en haast onverbiddelijk sluipt er
weer dat beetje hoop in mijn bestaan