Zodra de maan de hemel raakt en sterren zwerven in de nacht, trekken mensen zich terug, behalve ik, ik wacht. Ik wacht op dansende figuren die verschijnen in het duister, althans zo droom ik dat het is, ik sluit mijn ogen, ik luister. ik luister naar vermeende klanken die drijven op het ritme van de wind zo vrolijk, zo helder, wanneer komt de dag dat ik hun oorsprong vind? heeft het enige zin hier te blijven? Ik, een slachtoffer van de tijd. Langzaam vervagen de redenen die me binden aan de werkelijkheid. gestuwd door zwijgende demonen begeef ik me krampachtig naar de rand. Ik maak me klaar te vertrekken, verlangend naar de wereld aan de andere kant. Wanneer het tijdstip is genaderd word ik weerhouden door een onzeker gevoel, wat als de weg, eenmaal gekozen niet leidt naar t'leven waar ik op doel. Ontmoedigd keer ik dan terug omringd door eeuwige gebeden daar telkens de kans vervliegt mijn dromen te betreden. Maar eenmaal zal ik komen waar geluk mij werd beloofd. waar klanken mij bekoren; de wereld in mijn hoofd. Zodra de maan de hemel raakt en sterren zwerven in de nacht, trekken mensen zich terug, behalve ik, ik wacht, wacht, wacht