M'n lief, ik zoen je tranen weg.
't Is goed dat je kwetsbaar zijn kan.
Hoor dan even wat ik zeg:
'Zo teer maakt je nooit minder man.'
Al je gebaren, ik ken ze.
Je gezicht zo helder in antwoord en vraag.
Je huid, je mond, laag voor laag.
Mijn gedachten, m'n kleding, leg ik bij je.
Hoe je met een grijns me achterlaat.
Ach, ik weet je bedauwde ogen.
Want telkens weer, jouw woord, jouw daad
... jij hebt me nooit bedrogen.
Ik wikkel me om je wonden.
Woel door je haar in glimlach.
Wij samen, dat is nooit een zonde.
Wat de wereld ook vertellen mag.
Je brengt ziel en ziel dichterbij.
Huid en huid om te warmen.
Armen om te omarmen.
Telkens méér man breng je mij.