Toen je me verliet
Op dat kille moderne station
Gierende wind en motregen
maar ik bleef glimlachen
als een getrainde prins
Tot de laatste haar van je kruin
In de afgrond van de roltrap verdwenen was
En ik tussen de rails
Mijn laatste restje zelfrespect uit mijn lijf kotste
Zodat mensen op afstand bleven staan
En met de afkeurende blikken
flarden van hun oordeel naar me toe dreven
die mijn verhouding met jouw precies samenvatten
“verslaafd…..hoer...zielig”