onderweg van amersfoort
naar zwolle staar ik naar buiten
en ik denk het is een goede dag
goedendag goedendag
bomen glijden voorbij en in
mijn reis vervang ik ze voor
mijn leven dat uit mijn
handen glijdt terwijl ik voortga
goedendag goedendag
ik ben geen verloren zoon ik
ben een vriend die aan het wachten is
op jou en op jou en op jou en jou
op deze goede dag goedendag zegt
ik ben ongeneeslijk ziek en het
is geen kanker maar wel net zo
dodelijk onbegrepen ellendig & alleen
ik hou van jou en jou en
ik spuug op mijn leven
wrijf het in mijn ogen
ik knipper en het is weg