het velletje om ons heen.
Vol met cellen, levend en dood.
Het velletje om het fream.
Het dat ons altijd bescherming bood.
Tegen zon en tegen regen.
Tegen wind en tegen kou.
Het is eigelijk, een groote zegen.
Zo vervelend dat ik niet van dat velletje hou.
Het houdt mijn gevoelen verborgen.
Lijkt op kilometers dik leer.
Het wat altijd vraagt om voor te zorgen.
En dat velletje doet toch z'n zeer.
Alle emoties die tegen de wand aan plakken.
De druk wordt groter telkens weer.
Soms wanneer alle botten lijken in elkaar te zakken.
Beschermt dat velletje mij keer op keer.
Wanneer ik val, en haar bezeer.
Wanneer ik me douche iedere dag maar weer.
Blijft dat velletje in leven.
Terwijl ik zonder velletje.. iedereen liefde kan geven.