Ach had het maar gezegd, was eerlijk geweest, heb je eigenlijk nog wel vertrouwen in wat een gekte wordt genoemd, de zekerheid dat deze ooit nog eens geneest of dat de waarheid wordt verdoemd. En die ene steen met grote E, het product van de kwadraten, de 'grote ik', weet er tot op heden niets van dat zijn geclaimde eigendom veel vaker het domein in het geniep heeft verlaten ontsnapt uit de lik. Vroom en uitgerekend de vierde, waar roltrappen zullen blijven werken, een blauwe broek een lichtblauw vest, jus-do-range en appelgebak het uitzicht op vele
kerken, onze auto's in arrest. Het Bastillion, de veste, de aaneengeschoven sponde. Waar de muren vanaf die dag zouden fluisteren, kleine potjes grote oren hadden en al die tijd mee hebben geluisterd toen de douchepartij in meer dan één vleselijke uitspatting uit monde. Opmerkend, die glimlach van het personeel en jij liep door, het schaamrood op je lippen, het hart bonzend in je keel alsof ze nog nooit een verliefd stel hadden horen wippen. Wij leefden bergen, zand en zee, het weiland in het gras, uit het zicht van ogen, dat nu gemaaid, toen was bezaaid met onze bewegende lijven die hevig op en neer bewogen. De elektronische post, een dagelijks tafereel, waar ik dan wel zou zijn, van hem verlost, geheugen volgelopen als resultaat van verstopte oren. Het niet willen weten, was allemaal te veel, subtiel omheen geluld.. een race om 'mijn en dein'. De tuin aansluitend op het eem, waar je keer op keer in mijn armen zweefde, het bos na het 'weekend eiland', na de liefde je eerste zekerheid om niet te hoeven liegen beleefde. Ik zeg je als hij de tegoeden gaat beheren, de uitdrukking op zijn uitgestreken gezicht, daar zou ik veel voor geven, zal ik je zweren, de blik van niet te vinden rekeningen die wel zijn afgeschreven. Maar ons boek en digitale bewijzen, nu nog zo goed verstopt op zijn terrein, zal de iemand heus wel vinden, ook al zijn ze tussen muren met spijkers weg gepropt, zullen alleen maar meer vragen en jaloezie doen rijzen. Dit is geen droom, geen utopie, eindigt in schroom en daarna in een regelrechte nachtmerrie. De vruchten van jouw schoot, waan ze maar veilig tijdens jouw afwezigheid, staan aan onzekere factoren bloot, laat ook hier je ego spreken, de alleenheersende zal ook echt wel handelen en met het verleden breken, mogelijkheid of feit. Het wachten op de vele beloftes, het sprekende ego, hoorde het er allemaal bij? Het spel van de roep om hulp, jij bent de redder, blijf bereikbaar, en jij alleen maakt me blij.. Had maar wat meer geleerd, niet zoveel woorden in je op genomen, de tederheid de liefde die je had gevonden, misschien had het dan toch niets om het lijf, behoort tot het verleden en komt misschien nog terug in je dromen. Vraag ik me toch af hoe het met je gaat, of je het nog wilde weten, jij de echte liefde hebt gekend en toch de weg niet kwijt bent, of is het dan te laat... (?)