betonmolen
wankel wacht ik
in de gebundelde bunker
die het verlangen keldert,
genadeloos en hard
als zwartgeblakerd baksteen.
het vuur dooft niet voordat het
de alles verterende liefde vernietigt.
bij leven vergaan tot as,
ik verstrooi mezelf
in haar wanstaltige wereld
van ondoordringbare lulligheden.
mijn spiegelbeeld is vervaagd
en onzichtbaar voor zij
die beter ziet
en blindelings
bij haar gelakte nagels blijft.
schoonheid zit haar van de vingers
tot de stijf bevroren tepels,
maar opwinding
heeft de toendra verlaten
voor een pittoresk panorama
waar weldra de spijkerbom barst.
als oorlogskind sterf ik graag.
de betonmolen wapent zich
met cynisme.
:::... david troch ...:::