Hoe vuil en smerig kan ze zijn,
zo grijs en groezelig vervallen.
Vergane glorie, doffe schijn
als een rosse buurt maar zonder wallen.
Slenteren in een drukke straat
gevuld met neon, zonneklaar
blij gezicht want strak gelaat
uniforme stijl is wereldgevaar.
Drukke toeristen, auto’s en bussen
op zoek naar wat eens was
vervuiling, verloedering, stadsmussen
aangekeken op godsdienst en ras
Een grote kerk met een gouden haan
levenswerk, nooit afgemaakt
staat tussen trapgevels mooi te staan
alsof zij over heel Antwerpen waakt.