Kom
zegt zijn arm woordeloos
de warme welkom verweekt me
onze lichamen herkennen elkaar
zacht en heerlijk thuisgekomen
hij en ik
twee koningskinderen
overwonnen het water
de hemel breekt open
we zweven er in
de tijd suist onbestaande
bloed bruist onderhuids
onze begeerte staat
in de schepping geschreven