Ze vonden mij een cactus in de woestijn
vaak was ik hard bikkelhard, diamant kon je slijpen
iets mooi's van maken, leggen in een ring
maar hoe konde ze bij mij slagen, als een glimlach uit haar ogen
het voelen van een kus, me deden verlangen om haar te doden
Mooi was ze zeker, waar moest je haar mee vergelijken
een raceauto, snel was ze, goed sportief gekleed
en haar loshangende haar maakte me vaak week
Wat verlangde ik, wat heb ik er naar verlangd
om haar haren te kammen, met lange halen
tot de bodem van de aarde te gaan
waar tulpen, rozen en jasmijnen, samen het woord
liefde vormde
Liefde zoals ik ooit heb gekend
aan het strand, in het bos
waar haar vingers, wandelden over de mijne
cirkeltjes draaide, en een hartje tekenden
Maar ach liefde zal nooit meer liefde wezen
nu ik mijn mes slijp
om de stengel van de bloem door te snijden
Auteur: wijnand. | ||
Gecontroleerd door: christina | ||
Gepubliceerd op: 08 augustus 2003 | ||
Thema's: |