J.
Waar kwam jij vandaan?
Ineens had ik je aan de lijn,
je vroeg wat ik zo laat nog deed,
of je mijn hulp kon zijn?
Meteen was je er,
ik had het nooit alleen gekund.
Daar waren vijf handen voor nodig
en iemand van boven. Een steunpunt.
Niemand zal weten waar dit over gaat,
maar dat is niet belangrijk,
als jij het maar verstaat.
Het is omdat ik bij je in het krijt sta
en ik niet veel terug kan doen
immers, ik ben onbereikbaar.
(grappig, verders niet hoor j)