Als de vlaggen niet meer wapperen, wind niet waait
Dan is er niemand die in het Oosten zaait
Het landschap is verdord
Wanneer scheen de zon voor het laatst te kort?
Met z'n allen hand in hand voor een dans
Maar de regen maakt nooit een kans
Er reizen bergen voorbij, zij aan zij
Voorbij de zee maken zij een lange rij
Hun buiken dik, hun kraters diep
Weet jij nog wanneer je voor het laatst op gras sliep?
Het vuur spreidt zich uit
zij brandt van Noord naar Zuid
geen dag voorbij, dat de zon niet scheen
Het bos kan nergens heen
Nog één dans om de berg, met een vragend gezicht
Toen bleef het voor altijd licht