Spijt om tien na zeven
Maar de zin wordt spijt.
Zin was toch al argwaan.
School leert je
'vertrouw relativisme voor geen haar.'
Zestig dagen starten zwart,
opluchting maakt grijzer
en verveling wit de geest van ons naïeve broertje.
(Die denkt nog onervaren
aan vriendjes op een feest.
Twee, drie dagen balen
en al spijt.)
('Dat heb ik nooit gezegd!')
Spijt om tien na zeven.
Tijd om tien voor acht.
Strijd om half negen,
als verwacht.
Zit en wees verweten.
Wacht en antwoord, wacht.
Kijk teveel naar buiten.
Smacht, niet doen! en smacht.
(Heb ik teveel verwacht?
Septemberdesillusie?)
Als ik nú stop met denken mag het sneeuwen.